CFD biedt via haar Column persoonlijkheden uit de financiële branche een podium om met visie op recente ontwikkelingen en gebeurtenissen nader in te gaan.

 

Deze maand is Anja de Rooy-Kolkman gastcolumnist.

 

Anja is freelance juridisch adviseur en lid van de onafhankelijke 'Raad van Advies' van CFD. In haar column geeft Anja aan waarom PE-examens geen recht doen aan de financiële adviespraktijk. 

Andere controle

Gezien alles wat er is geschreven over PE-examens en de rol en positie van de AFM, valt op dat weinigen gelukkig lijken met hoe het nu geregeld is. Het is geen nee tegen Permanente Educatie, het is nee tegen de status van de examens. De roep om de 'Orde van Adviseurs' met een eigen tuchtsysteem lijkt actueler dan ooit.

 

Het gildensysteem in de middeleeuwen was zo gek nog niet. De beroepsstandaard werd hoog gehouden door het gilde. In een gilde werd kennis en ervaring uitgewisseld. Nieuwe gildeleden werden opgeleid in het vak. Advocaten, accountants, notarissen en artsen kennen een zelfregulerend systeem van kwaliteitscontrole. Beroepsgenoten nemen elkaar de maat. Geen van deze professionals hoeft ieder jaar opnieuw examen te doen. De ambachtslieden onder het gildensysteem hoefden dat ook niet.

 
De concurrentie, gevoed door mond-tot-mondreclame en berichten via de sociale media, maakt dat financieel adviseurs bij de les moeten blijven. Dat doen zij ook. Via het werk zelf, via de vakpers en via bijscholing. Zij zoeken op wat zij niet weten, zij verdiepen zich in de nieuwste ontwikkelingen en sparren met de aanbieders van producten om blijvend goede kwaliteit te leveren.

Het klantgericht werken en de casusspecifieke omstandigheden maken dat juist het werk van de financieel adviseur zich in kwaliteit niet laat meten door het juist beantwoorden van hypothetische casusposities. Ook al zijn die casussen aan de praktijk ontleend, het gaat bij financiële dienstverlening niet om een standaardoplossing. De toegevoegde waarde van de financieel adviseur is de afstemming op de individuele situatie. Dat vraagt, na het behalen van het diploma, primair om werkervaring en heeft met steeds opnieuw afleggen van examens weinig van doen.

 

Bij mogelijke fouten lijkt controle door de beroepsgroep de meest voor de hand liggende vorm van correctie. Net zoals bij artsen, accountants, advocaten en notarissen kunnen daarnaast het civiele recht en het strafrecht een rol spelen. De financieel adviseur heeft ook een vergunning nodig. Dat is een vorm van preventieve controle. Daarnaast fungeert de AFM als waakhond. De AFM bepaalt echter zelf wat zij schadelijk vindt, waardoor willekeur op de loer ligt. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent weliswaar het verbod van willekeur, maar de AFM laat zich daar als Zbo weinig aan gelegen liggen.

Een goede financieel adviseur heeft de focus op vakkundige en integere dienstverlening. Het verval van diploma's en het steeds opnieuw examen moeten doen zorgen ervoor dat de focus verlegd wordt naar vragen oefenen en punten scoren in plaats van verdieping zoeken en speuren naar de beste oplossingen voor concrete situaties. De weerzin tegen het PE-systeem kan er toe leiden dat de vergunning doelbewust wordt prijsgegeven. Er zijn zeer ervaren en integere dienstverleners die zonder vergunning en zonder doorlopend examens afleggen een goede boterham kunnen verdienen. Integriteit valt niet te examineren. Maar dat kwartje moet nog vallen.