CFD biedt via haar Column persoonlijkheden uit de financiële branche een podium om met visie op recente ontwikkelingen en gebeurtenissen nader in te gaan.  Deze maand is Anja de Rooy-Kolkman gastcolumnist.

 

Anja is freelance juridisch adviseur en lid van de onafhankelijke 'Raad van Advies' van CFD. In haar column vraagt Anja zich af "hoelang stakeholders nog bereid zijn te betalen voor een steeds verder uitdijende AFM die zich met steeds meer zaken bemoeit zonder dat daar een directe wettelijke toezichtbasis voor lijkt te zijn" 

 

Is de focus van de AFM niet te veel verlegd naar het in stand houden van zichzelf als een instituut?

 

De AFM is in het leven geroepen om toezicht te houden op de financiële markten.

Zelf verwoordt de AFM dat op haar website als volgt:

“De Autoriteit Financiële Markten (AFM) houdt toezicht op de financiële markten: op sparen, beleggen, verzekeren en lenen.  Het is belangrijk dat het publiek, het bedrijfsleven en de overheid vertrouwen hebben in de financiële markten. En dat de markten op een duidelijke en eerlijke manier werken.” Dat is duidelijke taal en daar hebben we wat aan, zou men denken.

 

Missie

Echter, als kernwaarden en missie meldt de AFM vervolgens:

 

“De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten. Als onafhankelijke gedragstoezichthouder dragen wij bij aan duurzaam financieel welzijn in Nederland.”

 

De AFM wil dus een inspanningsverbintenis leveren en daarmee bijdragen aan een duurzaam financieel welzijn.

Er is geen enkele garantie dat er sprake is van goed, eerlijk en rechtvaardig toezicht. Er is slechts de belofte dat de AFM zich sterk maakt, dus zich inspant, voor eerlijke en transparante markten.

 

Blijkens haar laatste jaarverslag meent de AFM dat de samenleving hoge en soms irreële verwachtingen van het door haar uitgevoerde toezicht heeft, waar het gaat om het voorkomen van risico’s. Vrij vertaald komt het erop neer dat de AFM dus last heeft van hooggespannen verwachtingen die zij niet kan waarmaken. Dat tast het imago aan.

In dat licht viel de ambitie van de AFM voor 2016 wel te begrijpen. Die ambitie voor 2016 bestond, blijkens het jaarverslag 2015, uit het voeren van open gesprekken met al haar gesprekspartners.

 

Wettelijke toezichtstaak

Is de focus van de AFM niet te veel verlegd naar het in stand houden van zichzelf als een instituut? Welk bestaansrecht heeft de AFM als de kwaliteit van het door haar uitgeoefende toezicht (wettelijke toezichtstaak) niet langer uitsluitend maatgevend is?

 

Het lijkt erop dat de AFM ook zelf met dat probleem worstelt maar in plaats daarvan, als vlucht naar voren, toch weer voornamelijk stappen zet om aan haar imago te werken.

 

Stakeholders onderzoek

Op 21 december 2016 is de AFM gestart met een stakeholdersonderzoek dat wordt uitgevoerd door TNS Nipo. Daar is dus geld voor. Tot 16 januari 2017 kan er een vragenlijst worden ingevuld. De resultaten daarvan worden verwerkt tot een eindrapport. Wie kunnen er meedoen?

 

In ieder geval niet de gewone burgers in wiens belang de AFM toezicht houdt op de financiële markten en die de uiteindelijk belanghebbenden zijn van een duurzaam financieel welzijn in Nederland. Alleen personen die zich met financiële dienstverlening bezig houden mogen meedoen.

 

Kernpunten onderzoek

Gezien die doelgroep is de eerste vraag van de enquête nogal vreemd. Men moet namelijk aangeven of men al eerder van de AFM heeft gehoord. Vervolgens welk beeld men heeft van de AFM en wat de oorzaak daarvan is.

Ook wil de AFM graag weten, alsof dat reeds bekend zou zijn, welk vertrouwen men op de lange termijn in de AFM heeft. En wat men vindt van de manier waarop de AFM haar taak uitvoert.

 

Dan mag men aankruisen welke eigenschappen men bij de AFM vindt passen: vindt men de AFM verbindend, doortastend, zorgvuldig en innovatief? En als klap op de vuurpijl: vindt men dat de AFM autonoom handelt? Hoe dat een vraag kan zijn is een raadsel, nu de AFM als zelfstandig bestuursorgaan de verantwoordelijkheid draagt voor de concrete uitoefening van het toezicht, dus voor de beslissingen in individuele gevallen.

 

Daarna volgt een rijtje stellingen en de vraag hoe of de effectiviteit van de AFM gewaardeerd wordt.

Bijna beledigend voor de doelgroep van de enquête is de vraag wat men het afgelopen jaar uit de media over de AFM heeft meegekregen. Immers: welke financieel dienstverlener die tot de doelgroep van de enquête behoort zou de AFM niet gevolgd hebben in de media?

 

Taak, imago en wens voor het nieuwe jaar

Alleen de slotvraag lijkt relevant: wat zou de AFM moeten verbeteren in haar toezicht? Die toezichtstaak is neergelegd in art. 1:25 Wft. Daar gaat het om. En om wie de kosten van de AFM betaalt. Naast haar wettelijke kerntaak gebruikt de AFM immers veel geld voor andere activiteiten.

 

De AFM lijkt soms zelfs wel primair een geldverslindende instantie die steeds meer geld nodig heeft voor die andere (maatschappelijk relevante) activiteiten en om aan haar imago te werken. De zogenaamde ‘toezichtkosten’ rijzen daardoor de pan uit. De vraag wordt daarmee hoelang stakeholders nog bereid zijn te betalen voor een steeds verder uitdijende AFM die zich met steeds meer zaken bemoeit zonder dat daar een directe wettelijke toezichtbasis voor lijkt te zijn.

 

Als wens voor het nieuwe jaar zou ik daarom willen uitspreken: toezichthouder hou je bij je leest!